De Hemonybeiaard van de Domtoren

In 1663 bestelde het stadsbestuur van Utrecht een beiaard van 35 klokken bij de klokkengieters François en Pieter Hemony. Deze beiaard, één van de laatste instrumenten van hun hand, had als basisklok een B0 (met een gewicht van ongeveer 2750 kg). In de eeuwen daarna is er enkele malen aan de beiaard gewerkt. Zo werd in 1695 het spel naar boven toe uitgebreid met zeven klokjes van Melchior de Haze. In 1888 verving Severinus van Aerschodt één van de Hemony-klokken.

Tijdens de grote torenrestauratie in de jaren 1900-1930 is de inrichting van het carillon tussen 1902 en 1907 sterk gewijzigd. Er werd voor de ophanging van de beiaard een moderne stalen klokkenstoel gefabriceerd. De oorspronkelijke serie Hemony-klokken was toen nog bijna geheel aanwezig. In 1906 werd het basoctaaf door de gieter Van Bergen uit Heiligerlee voorzien van een Cis- en een Es- klok, die in 1951 weer verwijderd werden. In 1928 en 1929 werden de klok van Van Aerschodt en een De Haze-klok vervangen door de Engelse gieter Taylor. In 1951 heeft een vrij omvangrijke restauratie plaatsgevonden. De gieter Eijsbouts verving de klokken van De Haze, één van de Taylor-klokjes evenals een gebarsten Hemony-klok. Tevens vulde hij de beiaard aan tot 47 klokken (vier octaven).

In 1965 begon de klokkenstoel uit 1906 bedenkelijke roestverschijnselen te vertonen. Nader onderzoek toonde de noodzaak van een grondige restauratie aan, niet alleen van de technische inrichting, maar ook van de klokken. Tijdens de restauratie van 1972 tot 1974 is de stalen klokkenstoel vervangen door een stoel van hout. De Hemony-klokken zijn iets bijgestemd, zodat de gevolgen van de corrosieve werking op de klokken (nog net op tijd) genivelleerd konden worden. Alle klokken die niet van de gebroeders Hemony (1663-1664) waren, zijn in 1972 opnieuw door Eijsbouts gegoten. Bovendien zijn drie nieuwe basklokken gegoten. De grootste heeft een gewicht van ruim 7000 kg.

In 1997 is een verloren gewaand Hemony-klokje, dat enige jaren daarvoor was teruggevonden, gerestaureerd en teruggehangen in de beiaard van de Domtoren. Op dit moment heeft de beiaard 34 klokken die zijn gegoten door de gebroeders Hemony, de overige 16 klokken zijn gegoten door de Koninklijke Klokkengieterij Eijsbouts uit Asten. De beiaard heeft nu een omvang van 4 octaven. De klokkenreeks is als volgt samengesteld: G0 (Fis0*) – Bes0 – c1 – d1 – es1 … c5

* werkelijke toonhoogte

Speeltrommel Domtoren

De speeltrommel van de Domtoren is omstreeks 1666 gemaakt door de uurwerkmaker Jurriaan Spraeckel. Bij oplevering omvatte de speeltrommel 66 rijen (voor 66 hamers die op de buitenkant van de klok slaan) en 125 maten. De 38 grootste klokken van de beiaard zijn via de speeltrommel te bespelen. Om de versteekmogelijkheden uit te breiden is de speeltrommel in de 20ste eeuw voorzien van extra gaten. Ook is het systeem van vaste noten’ toen vervangen door een systeem van ‘schuifnoten’. De noten kunnen nu op elke gewenste plek van de trommel worden ‘gestoken’. De trommel heeft 24.750 gaten. De aandrijving van de speeltrommel is sinds 1996 mechanisch door middel van een kanonsloop die elk uur elektrisch wordt opgewonden. Het ‘startsein’ voor de speeltrommel wordt mechanisch gegeven door het uurwerk van de Domtoren dat ruim 30 meter lager in de toren staat opgesteld.